De herfst en winter naderen en dus kijken automobilisten stilaan in hun agenda wanneer ze hun bandenwissel moeten inplannen. Maar is het wel nodig om winter- en zomerbanden te hebben? Wie weet heb je wel genoeg aan vierseizoenenbanden en moet je geen hoekje van je garage vrijhouden voor banden die je eigenlijk niet nodig hebt. Bovendien kan je door je bandenkeuze op lange termijn geld besparen op je brandstof. Lees snel verder hoe precies.

Een autoband is gemaakt met in het achterhoofd 1 grote centrale gedachte: de juiste grip hebben op het wegdek zodat je zo efficiënt mogelijk rijdt, en geen ongeval hebt. Het grote verschil tussen bandtypes – behalve hun grootte uiteraard – zit hem daarom in 3 grote criteria:

1. Het materiaal: welk soort rubber er gebruikt is 

2. Het aantal lamellen: dit zijn de groeven aan de buitenkant van je band 

3. Het aantal profielblokken: dit zijn de groeven in het midden van je wiel 

Hieronder vind je voor elke band de kenmerken op basis van de bovenstaande criteria, en wanneer je best welke band oplegt.

Winterbanden leg je meestal op je wielen in de herfst en winter, vanaf oktober tot april, wanneer de temperatuur onder de 8 °C duikt ‘s nachts maar ook overdag. 

Een winterband heeft namelijk:  

• Een rubbermix die ook bij koude temperaturen zacht en flexibel blijft zodat je nog altijd grip hebt op koude oppervlakken.  

• Meer lamellen aan de zijkant zodat je meer grip hebt op ijs en sneeuw. 

• Diepere profielen om water en sneeuw af te voeren. 

• Minder slijtage bij nat weer 

Wanneer je een winterband ook tijdens de lente of warme zomermaanden gaat gebruiken, zullen ze sneller aan vervanging toe zijn: op tijd wisselen spaart je dus zeker geld.

Zomerbanden leg je op wanneer de gemiddelde temperatuur weer boven de 8 °C uitkomt, ook ‘s nachts. Meestal ruil je jouw winterbanden in voor zomerbanden in april of mei, en stockeer je ze vanaf oktober of november.

Een zomerband heeft:

• Een rubbermix die harder is dan die van een winterband zodat ze meer bestand is tegen hoge temperaturen.  

• Minder lamellen aan de zijkant voor betere prestaties en voor een langere levensduur.  

• Stevige profielen voor meer controle tijdens het rijden en het remmen. Deze zorgen er ook voor dat water nog sneller afgevoerd wordt om aquaplaning te vermijden.  

• Minder slijtage bij warm weer 

Als je dus een zomerband gebruikt in de winter werkt deze niet optimaal waardoor je grip verliest, je remafstand langer wordt en dat kan leiden tot een hoger verbruik.

Deze band staat ook bekend als een all-seasonband en is ideaal wanneer je in een mild klimaat woont, waar het zelden vriest of sneeuwt, waar de temperatuur dus tussen de –10 °C en 30 °C ligt.

Een vierseizoenenband heeft:

• Een rubbermix die qua hardheid tussen die van een zomer- en een winterband ligt.  

• Meer lamellen dan een zomerband voor meer grip in elke weeromstandigheid.  

• Diepere groeven dan een zomerband voor optimale prestaties, ook in de winter.  

• Minder lamellen en minder diepe groeven dan een winterband waardoor het grote verschil tussen de twee de remafstand is. Een all-seasonband heeft een langere remafstand wanneer het gesneeuwd of geijzeld heeft.  

Omdat je hier een combinatie maakt van de kwaliteiten van zowel de zomer- als de winterband, zijn ze voordelig op lange termijn. Hier heb je dus maar 1 set van 4 banden nodig om het hele jaar door mee te rijden.

Als je in België woont, en zelden op autoreis gaat naar koude streken – bijvoorbeeld op wintersport – dan zijn 4-seizoenenbanden perfect voor jou. In ons huidige klimaat met milde winters en altijd warmere zomers heb je voldoende aan een band die voor de beste grip zorgt ongeacht de weersomstandigheden.  
Pas wel op: bepaalde Europese landen verplichten winterbanden als je je tijdens de herfst en winter verplaatst op hun wegen. Check altijd de voorschriften van de landen die je tegenkomt op doorreis, en die van je bestemming. Zo bespaar je op boetes en ben je op elk scenario voorbereid. Safety first!

Rijd je meer dan 10.000 km per jaar, of ga je vaak op reis met de wagen: dan loont het de moeite om te investeren in winter- en zomerbanden. Zo verplaats je je optimaal op de baan, en bespaar je op lange termijn op je brandstof.  

Jouw ideale band gevonden? Dan heb je ofwel al bespaard op een tweede set banden, of op je verbruik. Maar uiteraard zijn er nog manieren waarop je kan besparen die te maken hebben met je banden. We zetten ze voor je op een rijtje: 

• Zorg voor de juiste band: winter-, zomer- of 4-seizoenen 

• Check het label van je banden: A-label verbruikt minder brandstof, G verbruikt het meest. 

• Zorg voor de juiste bandenspanning (zie ook de DATS 24 Zomercheck of Wintercheck). Dit vind je in het kader van je portier.  

• Controleer regelmatig of je banden op een gelijke manier slijten.  

• Voorwielaandrijving? Vraag aan je garagist of bandencentrale om tijdig de voorbanden achteraan op te leggen zodat de hele set gelijkmatig slijt.  

• Vermijd snel optrekken of bruusk remmen: zo gaan je banden langer mee (en je remschijven ook).  

Veilige rit!